Inleiding
Om bepaalde functies goed te laten werken, dient u op te geven hoe de informatie van het originele
document op de pagina is geplaatst. Gebruik de volgende informatie om ervoor te zorgen dat het papier juist
is geplaatst, zodat de gewenste uitvoerresultaten worden bereikt.
Selecteer in het gedeelte Afdrukstand de afdrukstand (staand of liggend) van het originele document. Staand
is de standaardinstelling.
Staand betekent dat de korte rand van de pagina bovenaan staat.
Aa
123
Liggend betekent dat de lange rand van de pagina bovenaan staat.
Aa
123